19 NOVEMBER 1920. 677 „sioen voor alle ambtenaren en werklieden in dienst der „gemeente, ligt het in onze bedoeling deze regeling in wer- „king te doen treden op 1 Januari 1921 om intusschen „reeds eerder de voordeelen dezer regeling aan de belang hebbenden te doen ten goede komen, zal de toeslag van ,,f 7.toegekend sinds Uw besluit van 26 Mei j.l., gedu rende de nog resteerende weken van het huidige jaar ge continueerd worden, terwijl bovendien eene uitkeering in „eens, berekend over het tijdsverloop van 1 October j.l. tot ,,i Januari a.s. aan de werklieden zal plaats hebben, gelijk „aan het verschil tusschen het thans voorgestelde loon en „het bestaande loon vermeerderd met den toeslag van f 7. „Ernstig is door ons College overwogen, of aan de" ver hooging eene verdere terugwerkende kracht dan tot 1 „October j.l. zoude zijn te geven. Het komt ons voor, dat „daartoe in geen geval mag worden overgegaan. De rege ling, thans door ons voorgesteld, is buiten twijfel zeer „gunstig en zal ook wegens de toekenning van het pre- „mievrij pensioen veler verwachtingen overtreffen, al „zullen anderen misschien nog niet bevredigd zijn. De kos- „ten van een verdere terugwerking zouden dermate de finan- „cieele eischen dezer regeling opnieuw verhoogen, dat daar- „aan niet kan worden gedacht. „Ten aanzien van de meerdere kosten dezer loonregeling „worde medegedeeld, dat deze, vergeleken bij de regeling, „vastgesteld 12 Juli 1919, (Gem.-blad n°. 296) zullen be- dragen f 105.421.68; de kosten van het premievrij pensioen „f 11.252.68 te - zamen alzoo f 116.674.36, afgerond „f 117.000. „Dit bedrag moet dan nog worden verhoogd met het „loon, hetwelk zal worden uitbetaald of aan hen, die 48 „uur zullen blijven werken, óf aan het personeel, hetwelk „zal moeten worden in dienst genomen, bijaldien de 45- „urige werkweek zou worden vastgesteld voor alle werklieden „in gemeente-dienst. „Veilig kan worden aangenomen, dat deze verhooging,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 677