19 NOVEMBER 1920. 679 een adres van het bestuur van den Ned. Bond van werk lieden in openbare diensten en bedrijven, met toelichting, eveneens aan den Raad bekend en tenslotte een niet onder teekend adres, waarin eene loonregeling wordt voorgestaan, loopende van f 28,80 f 44,16, met toelichting. Spr. geeft vervolgens gelegenheid tot het houden van algemeene beschouwingen over het ontwerp-besluit, doch acht het gewenscht, dat de leden van den Raad zich zullen houden aan de bepaling van het reglement van orde, dat men in het algemeen niet meer dan tweemaal het woord mag voeren, tenzij met toestemming van den Raad. De heer F. SCHRAUVVEN zegt verwonderd te zijn, dat hij blijkbaar het eenige raadslid is, dat in eerste instantie het woord verlangt, alhoewel er toch ook door andere leden een voorstel tot wijziging is ingezonden, al is dit niet onder teekend. Spr. had evenwel verwacht, dat deze leden toch voor den dag waren gekomen, doch misschien ontbreekt hun de moed of wellicht zijn zij niet geheel vrij om hunne mee ning te uiten. Daarom zullen spr. en zijne partijgenooten trachten om zoo mogelijk eenige verbeteringen te verkrijgen in de minder gunstige regeling van Burgemeester en Wet houders. Spr. zal zich zooveel mogelijk bekorten, maar zal eerst de voorstellen in een nader daglicht stellen om ten slotte de motieven, welke Burgemeester en Wethouders voor de zoo late indiening dezer regeling aanvoeren, op de keper te beschouwen. Met die voorstellen doet zich een eigenaardig ver schijnsel voor; één daarvan komt achterbaks uit den Raad. Spr. had gedacht, dat ook in deze aangelegenheid het R. K. beginsel als maatstaf had kunnen gelden. Dit beginsel heet overal eender en onveranderlijk te zijn, doch hier komt men met hetzelfde beginsel als grondslag tot verschillende voor stellen. Spr. wenscht niet te discuteeren met den heer Moll, die zich niet schuwt om in de courant iemands eer en goeden naam aan te randen. Spr. wil er alleen op wijzen dat de heer Moll, secretaris van den arbeid in een groot

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 679