4 FEBRUARI 1920. 67
voorstel wordt gedaan in tegenovergestelden zin, waar blijft
dan de stabiliteit, vraagt spreker.
De heer KORTEWEG vraagt, of de voorzitter wel
het recht had om deze vergadering te beleggen.
De VOORZITTER zegt, dat hij het dan niet gedaan zou
hebben.
De heer FEBER stelt voor, dat de raad zich nog heden
opnieuw zal uitspreken, of over de wijziging van art. 197
opnieuw zal worden gestemd.
Dit voorstel, voldoende ondersteund, wordt alsnu in stem
ming gebracht, doch verworpen met 13 tegen 5 stemmen.
Tegen stemden de heeren Clement, Martens, Kor
te w e g, Z ij 1 m a n s, G r u ij s, M e ij v i s, Haaiman,
mevr. Neve, F. Schrauwen, Moll, van Groenen-
dael, Bogmans en Kluft.
Vóór stemden de heeren F e b e r, H o r n i x, van D ij k,
Cerutti en Kanter s.
B. Verslagen:
I. Door den heer GRUIJS wordt namens de commissie,
belast geweest met het onderzoek der gemeente-rekening
over het dienstjaar 1918, gerapporteerd, dat zij die rekening
met de daarbij behoorende bescheiden heeft onderzocht en
in orde bevonden, weshalve zij voorstelt gemelde rekening
goed te keuren.
De VOORZITTER dankt de commissie voor het gehouden
onderzoek en uitgebracht rapport en stelt voor, overeen
komstig de conclusie daarvan, gemelde rekening voorloopig
vast te stellen, zooals zij door burgemeester en wethouders
is aangeboden.