68o
19 NOVEMBER 1920.
diocees, een minimum loon van f 26.55 voorstaat. Hiertegen
over staat, dat de heer A. Schrauwen in de commissie
een geheel ander voorstel voorstond.
De VOORZITTER verzoekt den heer F. S c h r a 11 w e n
geen uitlatingen van leden in eene Commissievergadering in
het publiek te brengen. Tegen het aanhalen van de in eene
dergelijke vergadering genomen conclusies behoeft niet steeds
bezwaar te bestaan, doch persoonlijke uitlatingen en zaken be
hoort men er in elk geval steeds buiten te laten. Commissiën zou
den anders in de toekomst weinig vruchtbaar werk meer leveren.
De heer F. SCHRAUWEN zegt geen persoonlijke uitla
tingen openbaar te willen maken. In de toelichting op het
ontwerp-besluit zeggen Burgemeester en Wethouders, dat de
grootst mogelijke meerderheid thans accoord gaat met het
voorstel van het College. Spr. de kleinst mogelijke min
derheid uitmakende vindt evenwel, dat het College in
zijne toelichting het eerste voorstel van de commissie achter
baks heeft gehouden. Als oorzaken voor de late indiening
noemen Burgemeester en Wethouders het overleg met de
organisaties alsmede herhaalde bespreking met de commissie
uit den Raad. De commissie heeft slechts driemaal vergaderd,
waarvan twee keer met Burgemeester en Wethouders en
wordt dus volgens spr. geheel ten onrechte als een der oor
zaken van de vertraging aangeduid. Spr. meent, dat de com
missie het vijgeblaadje is, waarachter het College zijne
schaamte heeft willen bedekken. Spr. had gedacht, dat deze
commissie vruchtbaarder werk had kunnen verrichten, anders
zou hij zich nooit tot lid dier commissie hebben laten aan
wijzen.
De VOORZITTER merkt op, dat dit alles toch niets met
de zaak heeft te maken.
De heer F. SCHRAUWEN zegt, dat dit samenhangt met
de wijze waarop de voorgestelde regeling tot stand is geko-