688 19 NOVEMBER 1920. gemeente in dezelfde conditie verkeeren. Voorts zegt Spr. nog een en ander over de voorgestelde loonregeling Spr. had gaarne een volledig overzicht ontvangen over alles wat met deze regeling samenhangt, o.a. de indeeling in de klassen. Dan had men gezien, dat de meeste werklieden in de 2 laagste loonklassen zijn geplaatst. Op het maximum van de hoogste klasse staat slechts één werkman. Kan men wan neer hiermede rekening wordt gehouden het loon nog voldoende achten om een normaal gezin te onderhouden Spr. durft gerust te zeggen, dat het geenszins voldoende is en het verheugt hem, dat de heer A. Schrauwen van de dwalingen zijns weegs is teruggekeerd. Eveneens was het voor spr. een zeer verheugend feit, dat door de heeren Bogmans, Martens en Clement een amendement is ingediend, te meer, omdat hieruit blijkt, dat de heer Bogmans zijne verlegenheid van het vorige jaar thans blijkbaar laat vallen. Bij de behandeling van het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de loon regeling voor de werklieden, gaf de heer Bogmans voor, slechts heel bescheiden te willen zijn en daarom in over weging te geven de door het College voorgestelde loonen met 2 cent per uur te verhoogen, welk voorstel nog werd verworpen. Het verheugde spr., dat de heer Bogmans thans verder gaatonder welke invloeden dit geschiedt, daarover zal hij maar niet spreken. De blijdschap van spr. in deze heeft evenwel al weder plaats moeten maken voor ernstige teleurstelling, aangezien de heer Bogmans reeds terugkrabbelt en bereid is om het amendement in te trek ken, wanneer aan het voorstel van het College drie éenjaar- lijksche verhoogingen worden verbonden. Spr. roept den heer Bogmans toe ,,keer terug van de dwalingen Uws weegs." Ten slotte beveelt spr. eene ernstige overweging van het voorstel aan. Voorts acht spr. het wenschelijk, dat in eerste instantie worde beslist over het vraagstuk van den kindertoeslag en eveneens over dat der periodieke verhoogingen, loonen en terugwerkende kracht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 688