692
i'g NOVEMBER 1920.
Het eerste adres is gedateerd 9 Juli 1919, het tweede 21
September 1919.
Wat wordt in die adressen gevraagd
In het eerste een minimum loon van f 23.in het
tweede een minimum loon van f 22.50.
Adressanten zoeken in die adressen steun in den verhoog
den levensstandaard.
M. d. V.
Het is wel de moeite waard deze aangelegenheid eens
nader te belichten.
Het eerste adres is dat van 9 Juli 1919.
Op dat tijdstip was het index-cijfer van het Bureau van
Statistiek der Gemeente Amsterdam 193. Het laatst mij be
kende index-cijfer is van Jan. 1920 en is 203. Naar deze
cijfers zou dus, om bij den wensch van adressante te blijven,
203
het minimum loon moeten zijn X 23 f 24.20.
Het tweede adres is van 21 Sept. 1919, op welk tijdstip
vorenbedoeld index-cijfer 192 was. In verband met het laatst
bekende cijfer zou, naar het verlangen van adressante, dus
20 3
het loon moeten zijn X f 22.50 f 23.70,
Als men nu nagaat, dat over het tijdvak Febr.Sept.
1920 eene daling der Engelsche groothandelsprijzen valt te
constateeren, loopende van 380 in Febr. tot 347 in Sept.,
dan zal het toch bezwaarlijk zijn nog te beweren, dat sedert
begin 1920 de levensstandaard is verhoogd en wanneer dan
de verkregen cijfers van resp. f 24.29 en f 23.70 worden
getoetst aan de door het College ontworpen loonregeling,
die, behalve den kindertoeslag, een minimum loon biedt van
f 26.55 zal men toch moeilijk kunnen zeggen, dat met de
door de organisaties kenbaar gemaakte wenschen geen reke
ning is gehouden en dit te minder, omdat ook het premie-
vrij pensioen wordt ingevoerd, hetgeen tengevolge heeft, dat
de arbeider de beschikking krijgt over het bedrag der premie,
hetwelk hij tot nog toe voor zijn pensioen moest afstaan.