19 NOVEMBER 1920. 699 draagt, terwijl September 347.5 aangaf (Economisch-Statis- tische Berichten van 10 November 1920). Liep na Januari het cijfer op tot 379.6 in Maart, na die maand is eene voortdurende daling ingetreden. Het schijnt dus niet te zijn uitgekomen, wat op bl. 123 van het rapport staat te lezen, dat n.l. met zeer groote waarschijnlijkheid een verdere stijging der kosten van levensonderhoud was tegemoet te zien en het cijfer van Januari 1920 mocht niet „min of meer veilig" als basis van berekening worden ge nomen. Leerzaam zijn in dit verband de graphische voor stellingen over het verloop van prijzen en loonen ten tijde van vroegere oorlogen van wereldbeteekenis in de Econ. Stat. Berichten van 3 November j.l. Het zou te ver voeren, diep in te gaan op de vraag in hoeverre het juist is de gezegde indexcijfers als maatstaf te nemen. De economen, die als bijlage ten deze hun adviezen zagen opgenomen, oefenen gegronde critiek uit. Aldus Prof. Bruins, Mr. Methorst en anderen, onder wie ook de heer K e e s i n g, die het Engelsche indexcijfer als basis „volstrekt onbruikbaar" acht en mededeelt, dat de prijzen van levensmiddelen in engeren zin in de laatste jaren in Engeland minder sterk zijn gestegen dan het algemeene groothandelscijfer. Het is zeer verwonderlijk, dat het rapport geheel niet ingaat op de scherpe critiek van bedoelde eco nomen, wier voorlichting door de Commissie werd ingeroepen en dat deze niet nader verdedigt, waarom zij toch haar methode juist bleef achten. Ook is het verwonderlijk, dat zij de statistische gegevens voor onderhoud van arbeiders gezinnen van het Amsterdamsche Bureau van Statistiek ver meldend, deze zonder toelichting ongebruikt laat, terwijl meerbedoelde economen, door haar toch competent geacht, daaraan over het algemeen aanmerkelijk hoogere waarde toekennen dan aan de Engelsche groothandelscijfers. Ik merk op, dat de Amsterdamsche cijfers tegenover een bedrag van 100 in 1911 in December 1919 een bedrag van 203,8 aan wijzen. De vermenigvuldigingsfactor blijft hier een aanzien-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 699