6 3 FEBRUARI 1920. De heer HORNIX sluit zich gaarne aan bij de woorden van den wethouder. Hij moet evenwel direct met een verzoek komen. Spr. wijst op de lange agenda voor deze raadszitting en hij zegt, dat het hem niet mogelijk is geweest al deze zaken met ernst te behandelen in een zoo korten tijd. Hij meent, dat vele leden van den raad het met hem eens zullen zijn. Hij vraagt daarom de agenda te splitsen en in het ver volg vaker te vergaderen met beknopter agenda's. Door thans de agenda te splitsen, kan de helft thans en de andere helft in een nieuwe vergadering behandeld worden. De VOORZITTER antwoordt dat niet te veel moet worden gezien naar het aantal nummers op de agenda, maar naar de qualiteit. De punten zijn meerendeels niet van dien aard, dat daarover discussie verwacht kan worden. Over te weinig vergaderen behoeft niet te worden geklaagd in December waren nog drie vergaderingen. In Januari is geen vergadering gehouden, doordat een der punten, hetwelk op de agenda moest worden geplaatst, met zoo gauw gereed was, als ver wacht werd. Spr verwacht, dat bij medewerking van den raad de zaken spoedig afgehandeld zullen zijn. De heer HORNIX is het daarmede niet eens. De ambte narensalarissen, welker regeling ook op de agenda voorkomt bijv. is een zeer belangrijke kwestie. De heer HAAEMAN Zeer juist. De heer HORNIX handhaaft daarom het verzoek de agenda te splitsen. De VOORZITTERHet best zal zij-n terstond met de agenda te beginnen. De heer HAALMAN vraagt den raad vergunning tot het richten van een interpellatie tot B. en VV. betreffende een gezin, dat op straat is gezet.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 6