702 19 NOVEMBER 1920. voor Rijk en Gemeenten thans nog niet zijn te overzien en noodig zou zijn een herziening van de Gemeentewet, welke bij de Commissie in voorbereiding is". Echter ook eene verhooging, die tusschen ons voorstel en dat der Staatscommissie ligt, kunnen wij niet steunen. De heer F e b e r stelde reeds in het licht, hoe.kwalijk de finan ciën reeds ons voorstel toelaten.. In deze vergadering is U opnieuw uit mijn mededeeling betreffende de leeningen ge bleken, hoe bezwaarlijk het is de financiëele belangen te behartigen, en welke eischen rente en aflossing stellen. Wij staan voor allerlei uitgaven van werken en wegen, tramkosten, grensherziening wellicht, onderwijs en zooveel meer. Hetgeen daaraan ten koste wordt gelegd, dient evenzeer het algemeen belang, en al is het niet direct zoo tastbaar, de belangen van de arbeidende klasse. Ook deze is er niet mede gediend, indien een en ander onuitgevoerd blijft of indien een buiten sporig opdrijven van de belastingen de aantrekkelijkheid van de gemeente tot nul reduceert. En indien de arbeider dit niet steeds begrijpt, dan mag dit begrip toch wel geëischt worden van degenen, die in den Raad voor het algemeen belang moeten opkomen en de belangen van sommigen niet mogen vereenzelvigen met die van de gemeenschap. Ik doe derhalve een beroep op Uw College om het wel doordachte voorstel van Burgemeester en Wethouders, waar aan de Commissie uit den Raad haar sanctie schonk na schriftelijk en mondeling overleg en behandeling der aange legenheid met de belanghebbenden, te aanvaarden. De heer BOGMAXS wenscht nog even terug te komen op hetgeen de heer Haaiman gezegd heeft over „terug krabbelen" van hem. Als zoodanig moet men het zijner zijds intrekken van het reglement niet beschouwen. Spr. ziet in, dat van alle gedane voorstellen weinig is te ver wachten. Daarom tracht spr. nu nog te redden wat te redden valt. Voorts dringt spr. er op aan om eens meer te denken aan de tijdelijke werklieden, die steeds op hun mihimum

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 702