-
19 NOVEMBER 1920.
wel veel gezag te hebben. Spr. heeft deze zaak onderzocht.
De heer L h r s is indertijd hier gekomen om een adres
te verdedigen, waarin een minimumloon van f 27.15 werd
gevraagd. Toen heeft de heer L ii h r s gezegd, dat deze
regeling zou geacht moeten worden te zijn ingegaan reeds
voor drie jaren, zoodat alle werklieden direct op hun maxi
mum zouden komen. In dit geval zou de heer Lührs zich
met een minimum van f 27.15 kunnen vereenigen, omdat
dan iedere werkman tenminste f 30.loon zou verdienen.
Hiermede vervalt volgens spr. de geheele quaestie, welke
thans naar voren wordt gebracht.
De heer HORNIX stelt eene motie van orde voor om de
debatten te sluiten, welke motie wordt ondersteund door de
heeren Z ij 1 mans, Kanters en Feber.
De heer HAALMAN kan geen enkel woord vinden om
zijne verontwaardiging over deze motie tot uiting te brengen.
Spr. acht dit eene guillotine-voorstel en had dit niet van
den heer Hornix gedacht. Spr. vindt repliek in deze zaak
zeer gewenscht en is van meening, dat de motie is gericht
tegen het vrije woord. Ieder lid heeft het recht zijne opvat
ting behoorlijk te verdedigen.
De heer HORNIX zegt, dat het niet over het loon-vraag-
stuk zelf gaat, maar de eene arbeidersafgevaardigde gaat
uitlatingen^an een andere bestrijden. Hiervoor acht spr.
deze vergadering niet de geschikte plaats. Alle leden hebben
reeds over het loonvraagstuk hunne gevestigde meening.
De VOORZITTER schorst de beraadslagingen en sluit
de openbare vergadering, welke alsnu overgaat in eene met
gesloten deuren.
De Secretaris,
•ye^tst^r c*~e£**c*