yio
3 DECEMBER 1920.
Tegenwoordig mevr. J. M. NEVE-REINTJES en de heeren
P. G. GRUIJS, TH. J. A. VAN DIJK, C. P. A. KANTERS,
A. C. KORTEWEG, W. J. H. FEBER, H. J. H. HORNIX.
M. W. MARTENS, H. J. MOLL, J. LIJDSMAN, N. J. H.
VAN GROENENDAEL, F. F. X. CERUTTI, C. TH. BOG-
MANS, A. J. M. CLEMENT, C. J. KLUFT, F. C. A. SCHRAU-
WEN, J. M. MEIJVIS, P. HAALMAN, W.J. A. LOOMANS,
A. W. ZIJLMANS en A. SCHRAUWEN.
Voorzitter de heer Mr. W. G. A. VAN SONSBEECK,
burgemeester.
Secretaris de heer H. H. JONKERGOUW.
De VOORZITTER opent de vergadering en zegt, dat de
notulen van het verhandelde in de vergadering van 19
November jl. overeenkomstig het bepaalde bij art. 8 van het
reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor
de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn
toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voor
lezing daarvan verlangt of eanige bemerkingen daartegen in
het midden heeft te brengen. Spr. deelt mede, dat op pagina
653 onder punt 24 der agenda de woorden en den Nietrwe
Haagdijk dienen te vervallen ter voorkoming van misverstand
en dat op bladzijde 701, vierden en vijfden regel van boven,
eveneens de woorden in aansluiting aan het betoog van den
heer Moll en geschrapt dienen te worden. Spr. geeft in over
weging deze wijzigingen aan te brengen.
De heer MOLL geeft in "overweging bovenaan op bladzijde
704 te laten vervallen de woorden spr. zal stemmen tegen
dit organisatorisch opgezet plandaar dit niet door hem is
gesproken.
De heer VAN DIJK verzoekt de door hem gemaakte op
merking, vermeld op pagina 668 als volgt te willen lezen
De heer van D ij k vraagt, hoe men is gekomen aan den