3 DECEMBER 1920. 717 en niet op die in het buitenland. Spr. zal nog éen voorbeeld aanhalen. Het collectieve contract in de sigarenindustrie is gebaseerd op zekere indexcijfers, waarbij bepaald is, dat bij stijging dier cijfers ook de loonen op advies eener commissie, waarin o.m. zitting hebben prof. Bruins en de heer J. van R ij z e w ij k, omhoog zullen gaan. Wegens de stijging der indexcijfers zijn de loonen over de maanden Mei, Juni en Juli met 5 °/0 en over de maanden Augustus, September en October met 10 <-'/o verhoogd. Van daling in de prijzen valt dus volgens spr. nog niets te con- stateeren ook de heer F e b e r toont haar niet aan. De heer Feb er zegt, dat de organisaties het vorige jaar in Juli een minimumloon van f 23.vroegen en wijst er voorts op, dat in verband met de laatste hem bekend zijnde indexcij fers (van Januari 1920) dit loon thans f 24.20 zou moeten bedragen. Spr. zegt, dat men echter verder moet redeneeren. In Januari en de volgende maanden van dit jaar zijn de indexcijfers nog hooger gestegen. Beroept men zich op eene daling, dan dient men deze ook met cijfers te bewijzendit zal volgens spr. bezwaarlijk gaan; op dit punt staan de Voor zitter en de heer F e b e r z.i. zeer zwak. Verder komt de heer F e b e r met den boeman naar voren de finan- cieele toestand der gemeente. Dit geschiedt steeds wanneer het gaat om geld te voteeren voor arbeidersbelangen. Het paradepaard van den financieelen toestand wordt dan mooi opgetuigd en daarmede wordt dan weer schrik ingeboezemd bij de leden van den Raad. De heer F e b e r zegt, dat ook hij de arbeiders een goed hart toedraagt, maar dat de finan ciën der gemeente beletten om op het oogenblik meer te doen. Spr. is van meening, dat men maar beter de verloving kan afmaken, wanneer men zoo'n vrijer heeft. Spr. erkent, dat de financieele toestand niet schitterend is, doch dit mag toch geenszins een beletsel zijn om den arbeiders niet het loon te geven, dat hun toekomt. Is er niet voldoende geld, dan moeten er middelen gevonden wordenwaar een wil is, is een weg. In verband hiermede wijst spr. op de in voor-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 717