3 DECEMBER 1920. 719 gewoon raadslid was en waarin hij met de heeren Bogmans en van Bavel broederlijk amendementen indiende om ver beteringen voor de arbeiders aan te brengen. De heer MOLL merkt op, dat spr. als minderheid van het College de invoering van de 45-urige werkweek heeft voor gestaan. Spr. wil echter nogmaals verklaren, dat hij dit voor stel van Burgemeester en Wethouders met hand en tand zal verdedigen. De heer HAALMAN zegt, dat men het nu weet en dat thans de oogen wel open zullen gaan van hen, die deze nog niet open hadden. De heer Moll lacht er nu mede, maar spr. gelooft, dat dit slechts is „faire bonne mine a mauvais jeu". De politieke vrienden van den heer Moll zullen thans wel inzien, dat de heer Moll als wethouder geheel anders is dan de heer Moll als raadslid. Nog merkt spr. op, dat de R. K. organisatie, wanneer de moderne bond een voor stel indiende, steeds een lager voorstel daartegenover stelde. Er werd dan altijd gezegd, dat het voorstel van den moder nen bond te hoog was. Thans is evenwel het voorstel van „St. Paulus" hooger, dan hetgeen door de partij van spr. wordt voorgesteld, doch nu zegt niemand hetgeen men steeds over de adressen van den modernen bond zeide, namelijk dat het te hoog is. Men zwijgt als het graf. De heer/MORNIX zegt, dat de naam der organisatie dan „Saulus" moest zijn. De heer HAALMAN wijst erop, dat de heer Bogmans het amendement zijnerzijds heeft teruggenomen, omdat hij voorzag, dat het toch niet zou worden aangenomen. Spr. zegt, dat men dan wel kan thuisblijven. Ook spr. en zijne partijgenooten kunnen wel eens constateeren, dat hunne voorstellen niet zullen worden aangenomen, maar zij dienen ze daarom toch niettemin in.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 719