3 DECEMBER 1920.
723
Mevrouw NEVE-REINTJES zegt, dat niemand haar nog
heeft kunnen overtuigen, dat het door de werklieden ge
vraagde loon onbillijk is. Spr. weet wat een huishouden
tegenwoordig kost. De slechtste margarine kost nog f 0.80
huishuur, waterleiding enz. alles is even duur. Spr. meent
dan ook, dat het leven hier ter stede net zoo duur is als te
Rotterdam en dat een minimum loon van f 30.heusch
niet te veel is.
De heer A. SCHRAUWEN vraagt eene stellige verklaring,
dat deze regeling over een jaar zal worden herzien. Voorts
wil spr. verklaren waarom hij zich ten slotte bij deze rege
ling heeft neergelegd. In de eerste plaats is door den Voor
zitter overduidelijk aangetoond, dat de loonen op het
oogenblik niet stabiel bepaald kunnen worden. Sommige
levensmiddelen dalen, maar bijvoorbeeld huishuur en be
lastingen worden steeds hooger. Verder scheen het spr. toe,
dat het beter was een half ei dan een leege dop te verkrij
gen. Volledig bevredigd is hij echter niet. Men moet niet
teruggaan tot de tijden van 18701880, tot de tijden waarin
het loon werd bepaald naar vraag en aanbod. De heer
F e b e r heeft o.m. gezegd, dat men vaak geneigd is, om
de loonen der gemeentewerklieden te vergelijken met de
loonen, welke in de particuliere bedrijven worden betaald.
Spr. vindt dit een achterlijk systeem en wijst nogmaals op
het R. K. gemeenteprogram, dat in geen enkel geval eene
dergelijke vergelijking toestaat. Voorts gaat spr. tot op zekere
hoogte mede met hetgeen de heer Haaiman gezegd heeft
over het werk der commissie. Ook spr. is van meening, dat
van overleg weinig sprake is geweest. Ten opzichte van den
kindertoeslag zegt spr., dat, wanneer het volgende jaar deze
regeling wordt herzien, hij een kindertoeslag vanaf het derde
kind bepaald zou wenschen te zien.
De heer F. SCHRAUWEN zou de opmerking van den
heer Korteweg niet beantwoorden, indien deze niet ge-