3 DECEMBER 1920.
725
Zaandam brengen of van Amsterdam met aftrek van 4 °/g,
dan zal de partij van spr. geen amendementen meer be
hoeven in te dienen. Het blijkt evenwel, dat er in deze
maatschappij geen plaats is voor een behoorlijk loon dei-
arbeiders.
De heer FEBER wenscht deze politieke meeting niet langer
te rekken. De heer A. Schrauwen beschuldigt hem van
achterlijkheid en spr. kan niet gelooven, dat hij dit meent.
Het voorgestelde loon is niet achterlijk te noemen. Spr.
ziet bij het loon niet alleen op de geldelijke zijde doch let
ook op de emolumenten, aan den gemeentelijken dienst
verbonden. Bij het loonbedrag moet men bijvoorbeeld in
schakelen het begrip van vasten dienst, hetgeen toch een
zeer voorname factor is. Spr. verzoekt den heer A. Schrau
wen zijn gezegde omtrent achterlijkheid terug te nemen.
De heer MARTENS acht het mede door hem ingediende
amendement zeer bescheiden. De factor van vasten arbeid
mag toch geen reden zijn om het loon lager te stellen. Spr.
heeft eene zuinige huismoeder eens een berekening laten
maken deze vroeg of zij als genotmiddelen een ons pindas
mocht vermelden en zij kwam dan op f 33.per week.
Ook heeft spr. een staatje van de loonen in Utrecht, Helmond
en Tilburg, waar de loonen varieeren tusschen f 30 en f 40,
Niemand heeft tegengesproken dat een dergelijk loon te
veel isintegendeel, iedereen zou voor zichzelf moeten
erkennen, dat hij daarmede niet zou uitkomen. Ook spr. is
er tegen om steeds maar uit de gemeentekas te graaien,
maar de loonen moeten toch op een behoorlijk peil worden
gebracht. Breda heet het stadje van pleizier, maar de ge
meente-arbeiders worden bij aanneming van het voorstel
van Burgemeester en Wethouders, de O.-Weërs van de
armoede.
Het verheugt den heer CERUTTI als groot voorstander
van het vrije woord, dat het voorstel van den heer H o r n i x