726 3 DECEMBER 1920. niet is doorgevoerd. Worden de debatten echter stelsel matig en onnoodig verlengd om op deze wijze als het ware sabotage te plegen, zooals onlangs in de Tweede Kamer der Staten-Generaal is gebeurd, dan is spr. natuurlijk niet tegen een voorstel tot sluiting der debatten. De heeren mogen denken aan het spreekwoord,,die wind zaait, oogst storm". Toen in Februari j.l. de discussies maar drie minuten duurden, werd reeds een voorstel tot sluiting der debatten ingediend. De meening van den heer A. Schrauwen om kindertoeslag eerst vanaf het derde kind toe te kennen, kan spr. niet deelen. De ongehuwden krijgen dan een te grooten voorsprong op de gehuwden. De heer A. SCHRAUWEN antwoordt den heer F e b e r, dat hij het stelsel achterlijk vindt, doch dat hij geenszins de bedoeling heeft gehad hierin persoonlijk te zijn. In tegenstelling met den heer C e r u 11 i acht spr. het billijk en menschelijk, dat de ongehuwden een voorsprong krijgen, omdat men hen in de gelegenheid moet stellen om in de toekomst een huishouden te kunnen opzetten. De heer MOLL vestigt de aandacht op hetgeen door den heer Hermans dezer dagen in de Tweede Kamer is gezegd, waarbij deze betoogde, dat geen der katholieke af gevaardigden zich hier voelt de vertegenwoordiger van een bepaalde klasse. Ons aller richtsnoer is 't algemeen belang. Belangen-vertegenwoordiging leidt tot nadeel voor de be trokken klassen zelf, spr. verwerpt daarom klasse-politiek. Op dit standpunt staan alle katholieke kiezers. Spreker bestreed het socialisatie-vraagstuk. De achturen- dag kan een zegen zijn voor het gansche volk, maar spr. moet erkennen dat door toenemende arbeidsschuwheid een streep door deze geheele regeling zou worden gehaald. Daartoe is opwekking noodig van het verantwoordelijkheids gevoel der arbeiders. Dit doet de christelijke arbeiders beweging. Van de bedrijfsraden wenschen wij geen zuiver katholieke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 726