I
3 DECEMBER 1920. 729 C
„wikkelt zich een toestand, waar de menschen reeds lang
„naar verlangd hebben.
„Dan voltrekt de prijsdaling zich natuurlijk over alle arti
kelen en kan de bezorgdheid over de levensduurte plaats
„maken voor het vooruitzicht op verlichting van den druk,
„waaronder vooral de arbeiders langen tijd gebukt gingen.
„Toch moet men zich de afnemende levensduurte niet
„zonder meer als iets aanlokkelijks voorstellen.
„Want het plotselinge omlaag gaan der prijzen beteekent.
„welvaartvernietiging, omdat door vele fabrikanten en han
delaren groote sommen gelds worden verloren en heel veel
„ondernemingen finaal in de war worden gestuurd.
„Dat geeft een tijdperk, dat rijk aan faillissementen is,
„hetgeen een nog grootere voorzichtigheid van den geld
handel veroorzaakt, met als gevolg allerlei moeilijkheden in
„het productieproces, wat toename der werkloosheid doet
„verwachten.
In deze vergadering wordt steeds gewezen op arbeiders
budgets. Deze verwekken echter groote verwarring, ook in
de dagbladen het eene budget wijst f 30.aan, een ander
weer f 35.enz. Spr. wenscht niet in te gaan op verdere
insinuaties en besluit met nogmaals te verklaren, dat hij
zich zeer lekker gevoelt op deze plaats.
De VOORZITTER wijst er op, dat veel over het hoofd
van de verdediging is heengegaan en dat er slechts weinig
op de eigenlijke stramien is geborduurd. Spr. acht het
werken van raadscommissies in het algemeen aanbevelens
waardig maar het moet niet gaan zooals thans is geschied,
dat men in den Raad over en weer gebruik maakt van
uitlatingen der leden in de commissie. Voorts spreken vooral
de heeren Schrauwen gedurig over eene goede wijze
van overleg. De heer F. Schrauwen verdedigt blijkbaar
eene zeer moeilijke zaak, anders zou hij niet steeds inter-
rumpeeren, De heer A. Schrauwen heeft nooit eene
andere methode van overleg gevraagd. Indien hij thans de