732 3 DECEMBER 1920. weder tot schade van de arbeiders zou zijn. Dit wenscht spr. op het hart te drukken van hen, die steeds dieper in de gemeentekas willen tasten, al te veel om belangen van enkele groepen of individuen te dienen. De VOORZITTER sluit alsnu de debatten en brengt in stemming het voorstel van den heer F. S c h r a u w e n (vermeld op pagina 682 der notulen van 19 November 1920), welk voorstel wordt verworpen met 15 tegen 5 stemmen. Tegen stemden de heeren van Dijk, Kan ters, Kor te- we g, F eb er, H o r n i x, Martens, Moll, Lij ds man, van Groenendae', C e r u 11 i, Bogmans, Clement, Kluft, L o om a n s en Z ij 1 m a n s. Vóór waren mevrouw Neve-Reintjes en de heeren G r u ij s, F". Schrauwen, M e ij v i s en Haaiman. De heer A. SCHRAUWEN was bij deze stemming afwezig. De heer HAALMAN dient de volgende motie in De Raad der gemeente Bredagehoord de bespre kingen, is van oordeel, dat in de loonregeling voor de gemeente-werklieden eene bepaling moet worden opgenomen, die den kindertoeslag eerst doet aan vangen Lij het derde kind en gaat over tot de orde van den dag. De VOORZITTER merkt naar aanleiding van deze motie op, dat het College de toezegging, om de herziening dezer regeling vóór 1 Januari 1922 te overwegen, deed teneinde mede het vraagstuk van den kindertoeslag nauwkeurig te kunnen onderzoeken. Voorts zegt spr., dat thans in stem ming wordt gebracht het voorstel, dat door den heer Mar tens is gehandhaafd. Spr. voegt hieraan toe, dat wanneer dit amendement mocht worden aangenomen, het College zijn voorstel terug neemt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 732