4 MAART 1920. 73 Voorzitter de heer Mr. W. G. A. VAN SONSBEECK, bur gemeester. Secretaris de heer H. H. JONKERGOUW. De VOORZITTER opent de vergadering. De heer KLUFT vraagt het woord vcor een persoonlijk feit. De VOORZITTER: Mag ik U verzoeken mede te deelen, waar het over gaat. De heer KLUFT deelt mede, dat het betreft een uitlating van hem in een commissie-vergadering, naar aanleiding waarvan een aanklacht tegen hem bij den Officier van Justitie is ingediend. De VOORZITTER verzoekt den heer Kluft zijn mede- deelingen te bewaren tot na de afhandeling van de agenda. De heer KLUFT verklaart zich hiertoe bereid, doch ver zoekt den raadsleden zoolang aanwezig te willen blijven. De heer HAALMAN verzoekt eenige vragen van hem betreffende de notulen aan de agenda te willen toevoegen. De VOORZITTER deelt mede, dat is ingekomen een schrijven van den heer H o r n i x, berichtende, dat hij door uitstedigheid verhinderd is deze vergadering bij te wonen. Alsnu stelt de VOORZITTER aan de orde AIngekomen stukken. 1. Beschikkingen van de gedeputeerde staten van Noord brabant op adressen van personen, die beroep hebben inge steld tegen hun aanslag in de plaatselijke directe belasting naar het inkomen over het dienstjaar 1918/19, als: a. in dato 11 Februari 1920, G n°. 226, waarbij de aanslag van D. C. B o u f f wordt gehandhaafd en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 73