740 3 DECEMBER 1920. „de orde stellen en waarbij wij tevens behandeld wenschen „te zien het voorstel van uw medelid, den heer C e r u 11 i, „gedaan in de vergadering van 9 Juli j.l. (zie gedrukte 110- tulen pag. 391), ten doel hebbende „om ons college op „te dragen, met de directie der Zuid-Nederlandsche Stoom- tramwegmaatschappij en het gemeentebestuur van Princen- hage in onderhandeling te treden over het weder in exploi tatie brengen van de paardentram BredaPrincenkage, en „van afloop van die onderhandeling voorstellen aan den Raad „te doen" wenschen wij het volgende onder Uwe aan dacht te brengen. „In het najaar van 1919, toen bekend was, dat de con- „cessiën van de verschillende tramwegmaatschappijen met 1 „Januari d.a.v. zouden ten einde loopen, hebben wij ons o.a. „gewend tot de directie der Zuid-Nederlandsche Stoomtram- wegmaatschappij, met verzoek ons te willen mededeelen, of „die maatschappij bereid was eene concessieverlenging van „de tramlijn Groote MarktHaagpoort te aanvaarden. „Als antwoord daarop berichtte ons de directie, dat zij „met eene eenvoudige concessieverlenging, als door ons was „voorgesteld, niet kon accoord gaan. „Het gevolg hiervan is geweest, dat de concessie niet „werd verlengd, zoodat sinds r Januari j.l. het tramverkeer „MarktHaagpoort werd gestaakt en de concessie is ge ëindigd. „Wijl tengevolge van deze concessie-beëindiging elk ver- „band tusschen de gemeente en de Zuid-Nederlandsche „Stoomtramwegmaatschappij is verbroken, gaat het o.i. niet „aan met die maatschappij in onderhandeling te treden en „haar eene geldelijke tegemoetkoming aan te bieden voor „de exploitatie van eene tramlijn, waarvoor geen concessie „bestaat. ..De vraag is, of de maatschappij wel genegen is de lijn „opnieuw in exploitatie te brengen en eene nieuwe con- „cessie te aanvaarden. „Naar onze meening ligt het geheel op den weg ,van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 740