744
3 DECEMBER 1920.
De heer KANTERS verklaart, officieus van de directie te
hebben vernomen, dat ook al werd haar f 1000.aange
boden het nog niet zeker was, dat de exploitatie zou hervat
worden, omdat de directie eerst nog zou wenschen te be
palen onder welke voorwaarden de exploitatie zou geschieden.
De heer F. SCHRAUWEN zet zijn standpunt uiteen. De
maatschappij moet voor den dag komen met een verzoek
daartoe. Spr. wijst er op, dat de heer Hornix hierbij in
het bijzonder de belangen van een bepaalde groep voorstaat.
Spr. neemt hem dit niet kwalijk, maar hetzelfde wordt zoo
dikwijls aan spr. en zijne partij verweten.
De heer CERUTTI zegt, dat de heer Z ij 1 m a n s ten
onrechte zijn hulde aan het College betuigt. De maatschappij
heeft reeds twee brieven aan Burgemeester en Wethouders
gericht.
De VOORZITTER merkt op, dat de zaak toen werd af
gedaan.
De heer CERUTTI verklaart, dat dit geschiedde, omdat
het College er niet veel voor gevoelde. De maatschappij is
al twee keer uit den hoek gekomen en zal het zeker niet
voor de derde maal doen. Wanneer dus de gemeente zoo
halsstarrig is en zóo op haar point d'honneur blijft staan,
dan zal er niets van terecht komen. Er ligt toch niets
vernederends in, om te vragen. Spr. heeft gisteren den
directeur gesproken, welke hem heeft medegedeeld, dat er
meer dan f 2000.verlies werd geleden, maar dat met
eene subsidie van f 2000.genoegen zou worden genomen.
De VOORZITTER zegt, dat de maatschappij dus wel op
de hoogte van den toestand zal zijn en dat haar bovendien
het standpunt van de gemeente uit deze debatten wel kan
blijken.
De heer CERUTTI merkt op, dat de maatschappij geen
belang heeft bij het exploiteeren der bedoelde tramlijn.