746
3 DECEMBER 1920.
De heer CERUTTI kan de laatste woorden niet onder
schrijven,
Zonder verdere bedenkingen wordt alsnu be
sloten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester
en Wethouders.
13. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het
adres van den Bredaschen Bestuurdersbond, verzoekende de
verordening op de plaatselijke directe belasting naar het
inkomen zoodanig te wijzigen, dat bijdragen, die krachtens
een collectief contract als anderszins verschuldigd zijn, van
het werkelijk inkomen worden afgetrokken.
I11 dit prae-advies wordt voorgesteld op het adres afwijzend
te beschikken, op grond, dat dergelijke aftrek evenmin ge
oorloofd is in de wet op de Rijksinkomstenbelasting en
dat, indien dergelijke aftrek werd toegestaan, de gevolgen
niet zouden te overzien zijn en dit in vele gevallen de
controle zeer zou bemoeilijken, zooal niet geheel onmoge
lijk maken.
De heer MEIJVIS zegt, dat het adres alleen op moeilijk-
heidsgronden is afgewezen, hoewel er toch wel billijkheids-
gronden aan te voeren zouden zijn geweest. De gemeenten
Amsterdam, Hilversum en Bussum hebben het wel ingevoerd.
Hieruit blijkt derhalve, dat het mogelijk is.
De VOORZITTER zegt, dat het handelt over verschillende
objecten van aftrek. Na onderzoek is gebleken, dat er dan
voor tal van premiën enz. aftrek mogelijk zou moeten wor
den gemaakt. Voorts staat het nog te bezien of er naast
de premiën voor het collectief contract nog geen andere
zijn te plaatsen, die boven de eerstgenoemde den voorrang
zouden hebben. Overigens zal spr. gaarne vernemen op
welke wijze in deze zaak door de genoemde gemeenten is
voorzien. Spr. acht het evenwel wettelijk onjuist.
De heer P. SCHRAUWEN wijst er op, dat in sommige
vakken de verplichting tot storten wordt opgelegd. Dit komt