3 DECEMBER 1920.
747
toch op hetzelfde neer alsof men deze bedragen in fondsen
stortte. Men verzekert zich voorts tegen ziekte. Spr. legt er
den nadruk op, dat dit allemaal verplichte stortingen zijn.
De VOORZITTER acht het toch onmogelijk hierin eenige
toezegging te doen. Bij een vrijwillig contract kan men
evengoed verplicht zijn tot allerlei kosten, bijvoorbeeld voor
kleeding enz. Verplichting is in zekeren zin een gradueel
begrip. De zaak kan echter in den loop van het volgende
jaar nader worden overwogen, wanneer de belastingwetgeving
der gemeente toch moet worden herzien.
De heer CERUTTI wijst er op, dat men premiën voor
begrafenisfondsen en dergelijke tot een bedrag van f 100.
mag aftrekken.
De heer GRUJJS wijst op artikel 12 der verordening, waar
gesproken wordt van verplichte pensioenen en fondsen. Daarin
ligt dit alles reeds opgesloten.
De VOORZITTER erkent dit, voor zoover het wettelijke
fondsen betreft.
Zonder verdere opmerkingen wordt alsnu besloten
overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en
Wethouders.
14. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij
voorstellende het koetshuis aan de St. Annastraat no. 21
onderhands te verhuren aan de wed. van der Straaten-
Wassen, tegen een huurprijs van f 35.per maand, in
gegaan zijnde 1 November 1920 en verder onder nader
door Burgemeester en Wethouders vast te stellen voorwaarden.
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten.
15. Schrijven vari Burgemeester en Wethouders, daarbij
voorstellende aan S. M. van Cortenberghe, vaaltop-