754 3 DECEMBER 1920. het Rijk aan de gemeente het 3/i gedeelte van de gevraagde som wordt bijgedragen en verder onder de voorwaarden, ge noemd in het bij het prae-advies gevoegd ontvverp-besluit. (Dit punt werd in de vorige vergadering aangehouden.) De heer .ZIJLMANS zegt het volgende: Wanneer men zich eerst bepaalt tot het plan op zich zelf, dan valt het op, dat een groot aantal woningen, name lijk die van type D (22 van de 45) beslist te klein zijn. Dit woningtype heeft een inhoud van 5.50 X 8.70 X 7 M. buitenwerks 335 M3.is dus naar dezen maatstaf eene flinke arbeiderswoning en zou dan ook wel voor den minder goed gesitueerden middenstand geschikt zijn, als het maar niet zoo hokkerig was. Eene woonkamer van 3.40 M. breedte is beslist te smal en de oppervlakte van 3.40 X 4-77 M. 16.22 M2. te klein. Ook eene keuken van 1.82 M. is te smal. De verlichting zal zoo slecht zijn; althans zouden de ramen van den beganegrond meer tot het plafond moeten reiken, zooals uit doorsnede A-B blijkt, anders worden de woon- en de zitkamer donkere ruimten. De kamers op de verdieping worden leelijke ruimten, want zooals uit doorsnede A-B blijkt, valt een gedeelte van de schuinte der kap erin. De kapconstructie, bestaande uit een driehoekig spantje, rustende op halfsteensmuur, is dwaas, want de kap brengt geen enkele verbinding tusschen vóór- en achtergevel. De muur van een steen op zijn kant, die als spouwmuur bedoeld is, is vrij prullig en wordt licht stuk gestooten. Deze woningen krijgen geen plafonds en het gevolg zal zijn, dat over eenigen tijd als de vloerdeelen eens goed ge krompen zijn, het stof door de naden in de woonkamer, zitkamer en keuken naar beneden regent. Men heeft daar mede in tal van woningen zeer treurige ondervindingen op gedaan men drijft dan de vloeren wel na, maar dit is hier niet mogelijk.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 754