4 MAART 1920.
De VOORZITTER zegt toe, deze zaak zoo spoedig moge
lijk in behandeling te zullen brengen.
Zonder bedenking wordt alsnu besloten over
eenkomstig het voorstel des voorzitters.
7. Adres van het bestuur der mannenzangvereeniging
„Zanglust" alhier, houdende adhaesiebetuiging aan het voor
stel van den heer Haaiman in zake het subsidieeren van
verschillende daarvoor in aanmerking komende vereenigingen.
De VOORZITTER stelt voor, dit adres eveneens te voegen
bij de daarop betrekking hebbende stukken.
Daartoe wordt besloten.
8. Adres van het bestuur der afdeeling Breda van den
Nederlar.dschen R. K. Bond van overheidspersoneel St.
Paul us, verzoekende eene spoedige behandeling van het
ingezonden adres om loonsverhooging of in afwachting daar
van een voorschot te verleenen van vier weken loon.
De heer BOGMANS stelt voor als voorschot vier weken
loon uit te betalen. Hij meent, dat dit niet te veel gevraagd
is. Hij verzoekt nog deze vergadering over dit voorstel een
besluit te willen nemen.
De VOORZITTER meent, dat over dit voorstel eerst prae-
advies moet worden uitgebracht. Het is wenschelijk, dat de
zaak goed wordt nagegaan.
De heer BOGMANS meent, dat, daar het hier slechts een
voorschot van vier weken loon betreft, het voorstel onmid
dellijk behandeld kan worden en geen prae-advies noodig is.
Spr. kan niet begrijpen welk bezwaar tegen onmiddellijke
behandeling bestaat.
De VOORZITTER meent, dat het dagelijksch bestuur
toch zijn meening aan den raad over deze zaak moet kenbaar