756 3 DECEMBER 1920. Ik neem als voorbeeld type D, dat begroot is op f 12100. Ik trek hiervan af de bijzondere kosten voor fundeering, die geraamd zijn op- 1200. en houd dus over f 10900. Bij zeer goeden bouw behoeft zoo'n woning niet meer te kosten dan f 25.per Ms. en, daar zij een inhoud heeft van 335.Ms. niet meer dan f 8375.zegge naar boven afgerond f 8900.dat is dus f 2000.minder. We hebben dus hier bovendien met een zeer duren bouw te doen. Wie aan mijne raming twijfelt moet mijne berekening van f 8900.voor eene woning van 335.M3. maar eens ver gelijken met die van eene arbeiderswoning van 275 a 300 M3. die zeker niet meer dan f 7500.a f 8000.bedraagt. Hoe staat het verder met de berekening der gevraagde bijdrage Deze is gebaseerd op de tegenwoordige bouwkosten en die van 1914. Laatstgenoemde hadden uit eene gespecifi ceerde dubbel-begrooting, wat ook volgens ministerieel voor schrift is, moeten blijken. Nu slaat men er eenvoudig een slag naar en stelt de bouwkosten voor 1914 op 30 °/0 der tegenwoordige. Maar dan is het gebruikelijk en ook juister ze op l/g te stellen in welk geval de gevraagde bijdrage r AI f 631000 r j wordt f 631000.1500/0 van f 315500.dus circa f 32000.minder, dan door de vereeniging gevraagd. Desondanks zijn de huren veel te hoog, het kleinste en be krompen type D moet nog een huur opbrengen van 1 555 tot f 600. - en dit is veel te hoog voor de gezinnen, waar voor ze bestemd schijnen. Ik vraag mij af of de leden der vereeniging wel bekend zijn met deze huren, die van hen zullen worden gevraagd en of het niet goed is, dat Burgemeester en Wethouders zich daaromtrent zekerheid verschaffen alvorens de onder-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 756