757 3 DECEMBER 1920. neming wordt gesanctioneerd door het verleenen der ge vraagde subsidie. Ook rijst de vraag of de vereeniging over voldoend eigen kapitaal, dat volgens hare raming f 283950.moet bedragen, beschikt. Zou dit toch niet het geval zijn, dan is de geheele subsidie-verleening een wassen neus en krijgt de Raad mis schien eerst over geruimen tijd te hooren, dat de bouw niet doorgaat. Nu we staan voor de groote vraag of hier met aanzien lijke bijdrage a fonds perdu van Rijk en Gemeente dure woningen tegen hooge huren gebouwd moeten worden, huren, die zoo hoog zijn, dat ze een ongunstigen terugslag zullen hebben op die van bestaande woningen mag men wel eens onder het oog zien de vraag of het niet beter ge zien is om de particuliere bouw aan te moedigen, die uit den aard der zaak zoo goed en goedkoop mogelijk is, omdat daarbij het eigenbelang van den bouwer is betrokken. Dit is nu geen theoretische kwestie meer, omdat de Re geering na jarenlang aarzelen en volhouden bij hare voor keur voor gemeentelijken en vereenigingsbouw, besloten heeft om door geldelijken steun het particulier initiatief aan te moedigen. Het feit, dat ook onder het tot dusver gevolgde stelsel zoo weinig ideaals is bereikt en zooveel knoeierijen voor komen, heeft haar misschien tot dit inzicht geleid. Van verschillende zijden, o.a. van de gemeente Rotterdam wordt nu aangedrongen op nadere omschrijving van dien steun aan particuliere ondernemers en dat die zoo ruim mogelijk zal zijn, zoodat het gezien de plannen van de woningbouwvereeniging de Baronie mijns inziens het beste ware om een oordeel daarover op te schorten. De heer KORTEWEG sluit zich in hoofdzaak aan bij het betoog van den heer Z ij 1 m a n s. Het is ook zijne over tuiging, dat er woningen moeten komen, doch zooals deze plannen echter zijn, voelt spr. zich niet verantwoord tegen over zijne kiezers, wanneer hij vóór den bouw dezer ivo-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 757