758 3 DECEMBER 1920. ningen zou stemmen. Hiervoor durft spr. geen f 80.000. uit hunne zakken te halen. Spr. is van meening, dat men reeds genoeg regeeringsbelasting ten bate van het algemeen belang moet betalen en thans zou men nog bovendien iemand, die te Breda woont, belasting laten betalen voor regeerings- en staatsspoorambtenaren, teneinde hen aan woningen te helpen. Het spreekt natuurlijk vanzelf, dat de middenstanders, niet vallende onder voornoemde categorieën, geholpen dienen te worden. Spr. zou echter wenschen, dat het College dit voorstel terugnam en den bouw hier komt spr. aan het hart van den heer Haaiman en zijne partijge- nooten zelf met Rijkssteun ter hand nam. Natuurlijk zou men de woningen dan ook kunnen verhuren aan regeerings- en staatsspoorambtenaren, doch in dat geval zou het te kort dei- door hen in gebruik zijnde woningen, door het Rijk en de staats spoor gedekt moeten worden. Op deze wijze zou het nadeel, door de gemeente te lijden, tot het minimum beperkt kunnen worden. Voorts kunnen de woningen, desnoods met opoffe ring van eene enkele minder te bouwen woning, beter wor den ingericht, wat ten goede van de bewoners komt, terwijl de kosten zeker niet hooger zullen worden. De heer HORNIX wil den heer Z ij 1 m a n s op al de door hem gemaakte bezwaren antwoorden, dat ook de vereeniging zeer gaarne anders had gewild, hetgeen echter onmogelijk is, gebonden als zij is aan allerlei wettelijke voorschriften. De regeering heeft aan hare steunverleening bepaalde voor schriften en maten verbonden. Voorts heeft de heer Zijl mans betoogd, dat de berekening veel te hoog isper woning wel f 2000.Spr. acht dit echter geen bezwaar. Bij de aanbesteding zal wel blijken of de raming te hoog of te laag is geweest. Ook acht de heer Z ij 1 m a n s de opgave van het eigen kapitaal van de vereeniging te hoog. Spr. kan echter verklaren, dat de vereeniging kapitaal bezitalle leden nemen een aandeel van f 50. en voorts wordt het kapitaal gevormd uit particuliere giften,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 758