762 3 DECEMBER 1920. brengen aan hen, die zich er voorspannen. Het bestuur der vereeniging heeft toch immers belangeloos veel werk ver richt. Spr. zou het minder aangenaam vinden, indien de zaak weder op de lange baan werd geschoven. Ook begrijpt spr., dat de heeren van de bouwcommissie, die in deze even eens veel werk hebben verricht, nu daarvan ook eenig resul taat willen zien verder opperen deskundigen uit den Raad allerlei bedenkingen. Spr. vraagt of men nog nader overleg met de vereeniging wenscht. De heer ZIJLMANS heeft bij zijn critiek het oog op de eischen van de gemeentekas. De heer HORNIX meent, dat de wensch om den bouw aan particulieren over te laten, de reden is waarom op schorting wordt verzocht. Spr. acht het echter niet noodig, dat deze zaak hiervoor behoeft te wachten. Wanneer de heer Z ij 1 m a n s, ook een bekwaam bouwkundige, iets moois zou willen maken en hij zou daarbij stooten op alle bepa lingen van hooger hand, dan zou ook zijn product er zoo uit zien, dat hij zelf er over verwonderd zou zijn. De heer ZIJLMANS zegt, dat hij door critiek uit te oefe nen toch niet verklaart, zelf de plannen te willen maken. Spr. stelt voor de beslissing over deze zaak op te schorten en de vereeniging te verzoeken nieuwe plannen te willen indienen. Dit voorstel wordt gesteund door de heeren Looman s, van Groen endael en Korteweg. De heer HORNIX merkt op, dat de volgende bezwaren verbonden zijn aan het voorstel van den heer Zijl mans: x°. voor eene nieuwe bewerking der plannen zijn groote kosten verbonden 2°. de tijd verloopt intusschen 31. het is mogelijk, dat in de subsidie-voorwaarden ver anderingen worden aangebracht; 4°. de woningnood wordt steeds erger.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 762