3 DECEMBER 1920. 763 Spr. zou het dan ook treurig vinden, wanneer deze aan gelegenheid tegenwerking zou ondervinden. De heer LIJDSMAN is het eens met den heer H o r n i x. Ook de bouwcommissie gevoelde deze bezwaren. Met het voorstel van den heer Zijl mans is het evenwel mogelijk om nog eens met de vereeniging te spreken over wijziging der plannen. Dit behoeft niet veel geld en evenmin veel tijd te kosten. De heer KLUFT zegt, dat de verschillende geopperde be zwaren tegen de plannen ook in de bouwcommissie zijn geuit. Worden de woningen gebouwd zooals zij nu zijn ge- teekend, dan krijgt de gemeente een strop aan die huizen en wordt de singel, een der mooiste gedeelten der stad, ontsierd door die misvormde dingen. Ze hebben volgens spr. het aanzien van een stal. Deze huizen zullen het eerste leegstaan, wanneer de reactie is gekomen. Ook spr. meent, dat zonder veel bezwaar nogmaals met de vereeniging over leg te plegen is. Eenige verandering in den gevel zal toch in ieder geval wel zijn aan te brengen. De heer KORTEWEG zegt, dat wanneer er nieuwe voor stellen komen, er dan geen 45 woningen op dit terrein te bouwen zijn. Spi. zou het bouwen liever laten uitvoeren door de gemeente in eigen beheer en maakt hiervan eenemotie. De VOORZITTER merkt op, dat dit maar zoo niet gaat. Het terrein is al in opstal aan de vereeniging uitgegeven voorts zijn de plannen reeds opgemaakt. Spr. vindt het op deze wijze onaangenaam werken voor de vereeniging en hij is van meening, dat een dergelijk handelen nadeelig voor de gemeente kan zijn. De heer HAALMAN zegt, dat het idee van den heer Korteweg hem zeer toelacht. Spr. gevoelt echter, dat dit in het onderhavige geval niet meer is door te voeren. Voorts

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 763