7 6 4 MAART 1920. maken. Daarom zal het wenschelijk zijn, dat er eerst prae- advies over wordt uitgebracht. Er kan meer aan vastzitten zegt spr. dan de heer Bogmans denkt. Wanneer hij het eerder had ingediend, zouden burgemeester en wet houders er reeds advies over hebben kunnen uitbrengen. De heer BOGMANS zegt gemeend te hebben, dat het niet noodig was het voorstel eerder in te dienen. Spr. kan met de meening van den voorzitter niet accoord gaan. De heer F. SCHRAUWEN meent, dat, waar de werklie den zelf dit bedrag vragen, wel blijkt, dat ze daaraan op het oogenblik behoefte hebben. Spr. is er daarom voor het gevraagde te geven en kan niet inzien welke bezwaren de voorzitter heeft, daar het slechts een voorschot is. Wan neer de loonsverhooging komt, dan kan dat bedrag weer verrekend worden. Spr. kan om dit alles het voorstel van den heer Bogmans best ondersteunen. Den heer KLUFT blijkt ook niet welke bezwaren bestaan tegen het onmiddellijk ingaan op dit voorstel. De heer MOLL zegt met belangstelling het voorstel ge hoord heeft. Wij zijn zegt spr. overtuigd dat er bin nenkort verandering in de loonen komt en daarom ziet spr. geen bezwaar in het gevraagde voorschot te verleenen. Spr. ondersteunt het voorstel. De VOORZITTER blijft bij zijn meening, dat het voorstel eerst naar burgemeester en wethouders moet om prae advies, daar het voorstel goed voorbereid moet worden. Er worden nimmer onmiddellijk besluiten over een adres van verre strekking genomen. Spr. meent, dat men met dergehjke voorstellen voorzichtig moet zijn. Hij kan nu niet overzien of het voorstel een afgerond geheel vormt. De heer ZIJLMANS meent, dat men beter in de lijn blijft, wanneer er een voorstel van burgemeester en wethouders

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 76