775
2i DECEMBER 1920.
uit het voornaamste gemeentebedrijf veel te laag zijn. Ik
zal zulks met enkele droge cijfers aantoonen.
Als ik het rapport lees van den directeur, dan verneem ik
daaruit, dat de laatste 3 maanden van het jaar eene meerdere
uitgave te boeken valt van f 40000, hetgeen zijn oorzaak
hierin vindt eerstens, dat de prijs der kolen sinds 1 October
rond f 15 per ton meer is dan den gemiddelden prijs der
overige 9 maanden tweedens aan het liggeldderdens aan
het terugbrengen van den werktijd op 45 uren, zoodat het
losloon met 30 ets. per last is verhoogd en mogelijk zijn
er nog andere factoren aanwezig. Het verbruik van gas
is per jaar hierbij uitgesloten gemeentegebouwen (25000
Ms.) en publieke verlichting (250000 M8.)in totaal 4305000
M8., dit is per kwartaal 1076200 M3. Bij verhooging van
1 cent per M8., zooals thans het voorstel voor ons ligt, zou
dit dus een bedrag uitmaken van f 10762. Dit veroorzaakt
voor deze 3 maanden reeds een verlies van 'n kleine f 30000.
Nu wil ik wel eens een blik werpen in de toekomst en den
tijd die achter ons ligt. Op de gemeentebegrooting dan van
1921 zie ik een winstcijfer paraisseeren van f 100352.80
over een omzetcijfer van f 1634175, zijnde in procenten uit
gedrukt c.a. 6t/3 In '18 gaf de begrooting aan voor ver
moedelijke verdienste f 60602 over een omzetcijfer van
f 580900. Wij zijn toen echter aan de werkelijke verdienste
gekomen van f 183000 of tewel c.a. 25%. In '19 was de
geraamde verdienste f 62718.40, doch in werkelijkheid bleek
het winstcijfer f 120511.58 te zijn over een omzet van
f 848745 of wel i3V»n/o- Ik heb niet verder in de statistie
ken gesnuffeld, doch het is mij bekend, dat er jaren geweest
zijn vóór den oorlog van 45 en meer. Nu is mijne ge
rechtvaardigde vraag, waarom thans het winstcijfer zoo om
laag gehaald moet worden. Ziet het er met de finantiën
onzer gemeente dan inderdaad zoo rooskleurig uit, dat elke
bron van inkomsten maar drooggelegd moet worden Ik
ben overtuigd, dat alle leden van dezen Raad zulks wel
beter weten en het is dan ook daarom, dat ik zal pogen