77 8 2i DECEMBER 1920. op 22 ct. Hierdoor zou de winst met 1 ton verhoogd wor den en het winstpercentage van 6]/„ op 13 worden gebracht. Spr. zal daar echter geen bepaald voorstel van maken, doch wenscht het voorstel van den heer Kanters te onder steunen. De heer IIAALMAN is van meening, dat het stokpaardje van den heer Kanters aftands begint te worden, het wordt tijd om het naar een paardenslachter te brengen. Het betoog van den heer Kanters mist volgens spr. logica. De heer Kanters wil de winst grooter maken, maar wat geschiedt dan, de gasverbruikers worden onbillijk belast. Het systeem, dat de heer Eeber aangeeft, is nog erger, daardoor zou de gasverbruiker voor den electriciteitsver- bruiker gaan betalen. Nu zegt men wel, het electriciteits- bedrijf werkt met verlies, maar men bedenke wel, dat üulks met een nieuw bedrijf altijd het geval is, gezien ook de be zwarende omstandigheden waaronder stroom betrokken moet worden. Wij moeten trachten door het laag stellen der prij zen het verbruik te doen toenemen, des te rendabeler wordt het bedrijf. Wat de waterleiding betreft, spr. is het volko men met den heer F e b e r eens, dat daarop slechts een geringe winst genoten mag worden, liever nog zag spr. dat op de waterleiding heelemaal geen winst werd gemaakt. Eenige winst is echter billijk, omdat er altijd eenige menschen zijn, die het water voor andere dan hygiënische doeleinden gebruiken. Spr. noemt een winst van 6 voor de gasfabriek vol doende. De heer Kanters komt op 1918, er werd toen een winst gemaakt van f 180.000.- of 25%. Destijds heeft dit hooge winstcijfer bij de burgerij groote verontwaardiging gewekt, ook bij den partijgenoot van den heer Kanters, den heer C e r u 11 i, die toen daarin aanleiding heeft ge vonden vragen te stellen, welke tot gevolg hebben gehad dat een besluit is genomen om elke drie maanden den gas- prijs te herzien en opnieuw vast te stellen. Thans betert het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 778