21 DECEMBER 1920. 785 ,,De opcenten op de grondbelasting, zooals die thans ge lieven worden (40 voor de gebouwde en 10 voor de onge bouwde eigendommen), geven eene jaarlijksche opbrengst „van ruim f 20000. „Worden die opcenten verdubbeld, dan zullen de inkomsten „der gemeente met een gelijk bedrag versterkt worden, waar „tegenover komt te staan, dat tengevolge van de wijziging „in de progressieve schaal van de opcenten op het personeel, „dit belastingobject eene mindere opbrengst zal geven dan „aanvankelijk is geraamd van eveneens f 20000. „Tegenover eene verhooging van de opcenten op de „grondbelasting, waardoor ook in de gemeente-belasting „getroffen worden de uitwonende eigenaren van panden in „de gemeente gelegen, kan gesteld worden eene mindere „opbrengst van de opcenten op het personeel, welke op de „allereerste plaats zal ten goede komen aan den minderen „man en den kleinen middenstand. „Wij hebben de eer U derhalve in overweging te geven „te besluiten a. „tot heffing van respectievelijk So en 20 opcenten op „de grondbelasting, overeenkomstig bijgevoegde ont werpverordening en b. „de verordening op de heffing van opcenten op de „hoofdsom der personeele belasting in te trekken en „opnieuw vast te stellen, zooals in bijgaande verorde ning is aangegeven. De heer HAALMAN zal gaarne zijn stem aan dit voorstel geven, daar deze verandering in de heffing van de perso neele belasting gunstig is voor de minder gesitueerden. Spr. vraagt of bij Burgemeester en Wethouders ook plannen bestaan tot wijziging van het geheele belastingstelsel in den geest van het rapport der staatscommissie De VOORZITTER zegt, dat zulks de volle aandacht heeft van Burgemeester en Wethouders,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 785