L
2i DECEMBER 1920.
795
motie voorgesteld om de heeren Plasman, Kannemans,
Brouwers en Slechtriem tegemoet te komen. Hij zal
echter om de zaak duidelijk te maken, de drie laatstge
noemden ofschoon het hen allen min of meer betreft
uit zijn motie schrappen en zich uitsluitend tot den heer
Plasman beperken. Spr. herleest hierop zijn motie, in
verband waarmede hij in overweging geeft den heer Plas
man nog gedurende 6 jaar een jaarlijksche vergoeding van
f 450.toe te kennen, totdat hij dus aanspraak heeft op
pensioen.
De heer F. SCHRAUWEN verklaart, dat hij voor de ver
gadering nog geen standpunt omtrent deze zaak had inge
nomen. Nu kan hij zoomin met de motie-H o r n i x. als met
het voorstel van Burgemeester en Wethouders medegaan.
Er moet echter een vorm gevonden worden om den heer
Plasman tegemoet te komen. In de motie staan onmo
gelijkheden, b.v. dat bij de reorganisatie de belangen dier
tijdelijke leerkrachten ernstig zijn geschaad. Als er stond
niet in voldoende mate is rekening gehouden, zou spr. zich
er mede kunnen vereenigen. Thans raadt hij den heer Hor-
n i x aan, de motie terug te nemen en een voorstel te doen.
waarover Burgemeester en Wethouders opnieuw prae-advies
kunnen uitbrengen.
De heer KORTEWEG kan ook niet medegaan met de
motie-H o r n i x. Spr. geeft in overweging den heer Plas
man tot 1923 in dienst te houden, dan krijgt hij toch
pensioen.
De VOORZITTER merkt op, dat zulks niet aangaat; de
inspectie zou zich er tegen verzetten.
De heer HORNIX zal geen voorstel doen omtrent de
vergoeding, doch geeft er de voorkeur aan zijn motie te
handhaven. Alleen om den heer Plasman te helpen is
spr. bereid de motie te wijzigen in den zin als de heer F.
Sc h rauwe n heeft aangegeven.