8O4
2i DECEMBER 1920.
„In deze omstandigheden daarbij in overweging nemend
„dat mogelijke grenswijziging geenszins een zeer spoedige
„oplossing kan brengen hebben wij naar andere middelen
„gezocht om de woningmoeilijkheden te bestrijden. Wij
„meenen dat oogenblikkelijke verlichting alleen is te ver
dachten van het oprichten van noodwoningen, al worden
„de daaraan verbonden bezwaren door ons ten volle erkend.
„Het groote tekort van ruim 1000 woningen waartegen
over in den eerstkomenden tijd slechts een aanwinst van
„ongeveer 200 is tegemoet te zien maakt het noodig aan
„die bezwaren niet te groot gewicht toe te kennen
„Wijl het vrijwel onmogelijk is geschikt terrein voor dit
„doel te vinden buiten de uitgestrekte militaire gronden, in
„onze gemeente, heeft onze Raad op een gering gedeelte
„daarvan het oog gevestigd, in het vertrouwen, dat daar
tegen geen bedenkingen rijzen. Wij doelen hierbij op een
„strook van het exercitieterrein ter breedte van dat terrein
„en tot eene diepte van 80 M., naast een gelijke strook, die
„als speelterrein voor de Rijks Hoogere Burgerschool is
„afgestaan. Uit het oogpunt van ligging, rioleering, water
leiding en verlichting is zoodanige strook voor het doel
„uitermate geschikt en voor een honderdtal (50 tweetallen)
„houten woningen zoude deze plaats kunnen bieden. Wij
„merken hierbij op, dat het niet juist zoude zijn de andere
„genoemde terreinen, die binnenkort voor definitieve be
bouwing in aanmerking zouden kunnen komen, voor plaat
sing van noodwoningen te bestemmen.
„Wij verzoeken Uwe Excellentie beleefd ons te willen
„mededeelen, of op beschikbaarstelling van zoodanige strook
„gronds, in eenigen door U goed geachten vorm, mag wor-
„den gerekend en veroorloven ons hierbij eene teekening
„over te leggen, waarop een plan ten deze nader is aan
gegeven.
„Met gepaste bescheidenheid mogen wij er aan toe voegen,
„dat de urgentie der zaak een spoedig goedgunstig ant
„woord ten zeerste zou doen waardeeren".
