8o 4 MAART 1920.
dat voor de benoeming van een burgemeester eene aanbe
veling van zoo mogelijk drie personen door den raad wordt
ingediend.
De VOORZITTER meent, dat deze circulaire voor kennis
geving kan worden aangenomen. Inzake de wijze der bur
gemeestersbenoemingen zal een staatscommissie advies uit
brengen en het komt spr. niet wenschelijk voor de gevraagde
adhaesie te betuigen. Spr. voelt er weinig voor.
De heer HAALMAN kan zich niet vereenigen met het
voorstel van burgemeester en wethouders om deze circulaire
voor kennisgeving aan te nemen. Al moge er een staats
commissie zijn, het adres, zooals het voor spr. ligt, lijkt hem
een stap in de goede richting. Spr. acht het van belang,
dat de Tweede Kamer, die het ontwerp van de staatscom
missie zal te behandelen krijgen, op de hoogte is met de
wenschen dienaangaande. Het wil spr. voorkomen, dat er
wel reden is om aan deze circulaire adhaesie te betuigen
en doet een voorstel in dien zin.
De VOORZITTER meent, dat indien de heer Haaiman
werkelijk een voorstel wil doen, dit dan toch eerst in handen
van burgemeester en wethouders moet worden gesteld tot
het uitbrengen van prae-advies. Doch spr. wijst er op, dat
de beschikbare tijd wel noodig is voor meer belangrijker
zaken.
De heer HAALMAN verklaart er geen bezwaar tegen te
hebben, dat over zijn voorstel eerst door burgemeester en
wethouders prae-advies wordt uitgebracht.
De VOORZITTER brengt zijn voorstel om de circulaire
voor kennisgeving aan te nemen in stemming.
Dit wordt aangenomen met 12 tegen 7 stemmen.
Vóór stemden de heeren Feber, Korteweg, Cerutti,