I fl 3o DECEMBER 1920. 825 ningen van de gasfabriek, de waterleiding en het electrici- teitsbedrijf, allen over 1919, gerapporteerd, dat zij die reke ningen heeft onderzocht en in orde bevonden, weshalve zij voorstelt, die rekeningen goed te keuren. 30. Door den heer HAALMAN wordt, namens de com missie, belast met het onderzoek der rekening en verant woording van het levensmiddelenbedrijf over 1919, gerap porteerd, dat zij die rekening heeft onderzocht en in orde bevonden, weshalve zij voorstelt gemelde rekening goed te keuren. 40. Door den heer HORNIX wordt, namens de commissie, belast met het onderzoek der rekening en verantwoording van het houtbedrijf over 1919, gerapporteerd, dat zij die rekening heeft onderzocht en in orde bevonden, weshalve zij voorstelt gemelde rekening goed te keuren, 5°. Ten slotte wordt door den heer GRUIJS, namens de commissie, belast met het onderzoek der rekening van het gemeentelijk pensioenfonds over het jaar 1919, gerapporteerd, dat zij die rekening heeft onderzocht en in orde bevonden, weshalve zij voorstelt gemelde rekening goed te keuren. De VOORZITTER dankt de commissiën voor het gehouden onderzoek en uitgebrachte rapporten en stelt voor, overeen komstig de conclusiën daarvan, gemelde rekeningen goed te keuren en de gemeente-rekening voorloopig vast te stellen, zooals zij door Burgemeester en Wethouders is aangeboden. Dienovereenkomstig wordt besloten. De Wethouders hebben zich van medestemmen over de gemeenterekening onthouden. 18. Behandeling der begrootingen van inkomsten en uit gaven voor het dienstjaar 1921 met het. Centraal Rapport der afdeelingen en de memorie van antwoord van Burge meester en Wethouders, als I

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 825