ALGEMEENE BESCHOUWINGEN. 826 3o DECEMBER 1920. a. van het Burgerlijk Armbestuur b. van het Gasbedrijf; c. van de Waterleiding d. van het Electriciteitsbedrijf e. van het tijdelijk Trambedrijf f. van de Bank van Leening g. van de Gemeente. De VOORZITTER opent de algemeene beschouwingen. Beleid van Burgemeester en Wethouders. In eene afdeeling meende een lid niet in afkeurenden zin te moeten spreken over het beleid van Burgemeester en Wethouders, hoewel het onaangenaam aandeed, dat dit College niet werkzaam was volgens een vaste lijn of een omschreven programma van hetgeen binnen eene zekere periode diende te worden tot stand gebracht. In eene andere afdeeling constateerde een lid met ge noegen, dat in het afgeloopen jaar verschillende zaken, door de afgevaardigden der S.D.A.P. voorgestaan, zijn tot stand gebracht in het algemeen belang der gemeente Woningnood. Echter meende dit laatste lid erop te moeten wijzen, dat geen voldoende maatregelen werden genomen tot leniging van den in deze gemeente heerschenden woningnood. Hierbij werd opgemerkt, dat het tekort aan woningen thans ongeveer 1000 bedraagt. Hoewel het streven van de bestaande bouwvereenigingen werd geprezen, betwijfelde men toch of op deze wijze binnen afzienbaren tijd het vraagstuk van den woningnood zou worden opgelost. In overweging werd gegeven, dat het gemeentebestuur met alle energie zou werkzaam zijn om maatregelen te beramen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 826