828
$o DECEMBER 1920.
Werkverschaffing.
Ten aanzien van de wijze, waarop in het afgeloopen jaar
de werkverschaffing heeft plaats gehad door tewerkstelling
bij het Staatsboschbeheer, meende een lid te moeten op
merken, dat. het verloop dezer zaak niet juist was voorge
steld. Hij achtte de behandeling niet fair, doordat de mis
lukking werd toegeschreven aan het werken van eene be
staande politieke partij. Hiertegen meende dat lid nog ten
sterkste te moeten protesteeren.
Bij dreigende werkloosheid in de toekomst werd dan ook
meer medewerking van het gemeentebestuur verwacht.
In dit verband werd er op gewezen, dat bij voorkomende
werkloosheid werkverschaffing rechtstreeks van gemeentewege
kan plaats hebben, waarbij werd gedacht aan de noodige
verbeteringen aan haven, bruggen en wegen.
Wachtgeldregeling.
Gewezen werd op het ontbreken van een uitgaafpost voor
wachtgeldregelingen. Een dergelijke post werd noodig geacht
voor werkloozen, dieniet door werkverschaffing zijn te helpen.
In verband met de steeds toenemende werkloosheid, waar
tegen de kassen der werkliedenorganisatiën niet bestand
zullen blijken, zou ook de gemeente voor eene wachtgeld
regeling gelden beschikbaar moeten hebben.
Cursus werkloo zen
Een lid had van den wethouder voor sociale aangelegen
heden een voorstel verwacht tot het oprichten van cursussen,
waaraan werklooss arbeiders worden opgeleid in de bouw
vakken, op welke wijze ook het vraagstuk van den woning
nood tot oplossing zou zijn te brengen, waarbij erop werd
gewezen, dat dit instituut in enkele andere gemeenten zeer
goed heeft gewerkt.
Vooral nu de werkloosheid weder omvangrijke vormen