30 DECEMBER 1920. 835 Trambedrijf. Aangedrongen werd op het weder in exploitatie brengen van de tramlijn langs de Spoorstraat, aangezien thans het geheele Westelijke deel van de gemeente van tramverkeer is verstoken. In eene andere afdeeling werd door een lid er op ge wezen, dat thans blijkt, dat het trambedrijf wel steeds een aanzienlijke bijdrage van de gemeente zal vorderen. Hij zou in overweging willen geven om in de toekomst na te gaan of dit verlies niet zwaarder weegt dan het voor deel aan deze tramexploitatie verbonden. Verder meende dit lid nogmaals ter sprake te moeten brengen de aanbesteding der paarden voor de tramexploi tatie, aangezien thans blijkt, dat door de goedkoopere in schrijving aan te nemen 3 cent per K.M. of in het geheel f 8035,71 per jaar bespaard had kunnen worden. Verder werd het onnoodig geacht om twee controleurs in dienst te houden. Goede controle werd mogelijk geacht door één controleur, waardoor weder f 1820zou worden be zuinigd. Armbestuur. Door een lid werd de wenschelijkheid naar voren gebracht om de armenzorg onder rechtstreeksch beheer van de ge meente te brengen. De bedeeling, zooals die thans door het Burgerlijk Arm bestuur wordt gehouden, achtte hij onvoldoende. Hij meende, dat er te weinig gedaan werd voor uitgetrokken werkloozen, hoewel er van Regeeringswege op wordt aangedrongen om deze menschen bij de instellingen van weldadigheid.te helpen. Deze uitkeeringen waren dan te doen door tusschenkomst van de Organisatiebesturen, waardoor daaraan het karakter van bedeeling zou worden ontnomen. Een ander lid zou net subsidie van f 11.000.aanmer kelijk willen verhoogen, ten einde het Burgerlijk Armbestuur in staat te stellen wat ruimer te bedeelen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 835