f 30 DECEMBER 1930. Politieke beschouwing R. K. Raadsfractie. 843 Er bestaat geen aanleiding om op de beschouwingen van dit raadslid in te gaan. Zeker niet waar er sprake is over aanwezigheid of gebrek aan intellect bij de raadsleden of over verlangens van dat lid om zich volgeling te verklaren van deze of gene partij. Burgemeester en Wethouders hopen in elk geval, dat deze gedachtenwisseling in een der afdeelingen geen voorlooper zal zijn van een debat, hetwelk zij elders dan in eene raads vergadering op hunne plaats achten. IVaterleiding. In de begrooting der waterleiding is geen rekening ge houden met eene in uitzicht gestelde nieuwe prijsregeling van het water. De drukfout in de toelichting zal worden verbeterd. Electriciteitsbedrijf De loonen van de arbeiders bij het electriciteitsbedrijf zijn begrepen in de verschillende op die begrooting voorkomende onderhoudsposten. Trambedrijf. Alvorens eene beslissing kan worden genomen om de tramlijn langs de Spoorstraat weder in exploitatie te brengen, dient deze zaak nauwkeurig te worden overwogen. Al het mogelijke is gedaan om het verlies van het tram bedrijf zoo klein mogelijk te doen zijn. Ten aanzien van de aanbesteding tot levering van paarden enz. ten behoeve van het trambedrijf wordt verwezen naar het daaromtrent verhandelde in de gemeenteraadsvergadering van 28 April 1920. Goede controle met één controleur wordt absoluut onmo gelijk geacht en de vraag rijst of de verzwaring van den

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 843