«44
3o DECEMBER 1920.
werkkring van den eenen controleur in den smaak zou vallen
van dezen en van het lid dat de opmerking maakte.
Armbestuur
De meening, dat het wenschelijk is om de armenzorg
onder rechtstreeksch beheer van de gemeente te brengen,
wordt niet gedeeld.
Wat betreft den uit te keeren steun aan uitgetrokken
werkloozen wordt verwezen naar hetgeen hieromtrent onder
het hoofd „wachtgeldregeling" is medegedeeld.
Tot verhooging van het gemeentelijk subsidie aan het
Burgerlijk Armbestuur bestaat geen aanleiding, aangezien
volgens de begrooting van die instelling geen hooger be
drag benoodigd zal zijn.
Wat betreft de benoeming van een lid van het Burgerlijk
Armbestuur, wordt medegedeeld, dat als ii°. 1 op de voor
dracht was geplaatst een persoon die bij periodieke aftredingen
reeds herhaaldelijk als n°. 2 ter benoeming was voorgedragen.
Onderhoudswerken
Nadat de ommanteling der Groote Kerk, voor zoover
mogelijk, zal zijn verdwenen, zal worden onderzocht of liet
bedoelde urinoir kan worden verplaatst.
De ondervinding in andere gemeenten opgedaan met de
plaatsing van privaten, urinoirs en waschgelegenheden in
verschillende deelen der stad, maakt het vooralsnog niet
wenschelijk thans hiermede een aanvang te maken.
Indien de post voor onderhoud van den grooten toren
blijkt te laag te zijn geraamd in verband met het herstel
van den klokkestoel, zal deze in den loop van het jaar
worden verhoogd.
De slechte toestand der trottoirs is voornamelijk te wijten
aan het gebrek aan de benoodigde tegels. Al het mogelijke
zal worden gedaan om eene spoedige herstelling te be
vorderen.