jo DECEMBER 1920. wat door vorige besturen was verzuimd. M. d. V., ik mag haast wel spreken van wanbeheer, want dit verzuim geldt niet alleen de financiën. Wie zal thans nog durven ontken nen, dat op het gebied van grond- en woningpolitiek, om niet te spreken van bedrijfspolitiek - zie slechts naar de electriciteit een minder juist beleid heeit plaats gehad En thans ondervinden wij de droevige gevolgen daarvan. Wij moeten nu voor dat alles zorgen en daardoor noodge dwongen zware lasten leggen op de schouders der ingezetenen en al treft dus noch dezen Raad, noch dit College van Burgemeester en Wethouders ook maar eenige blaam, het is toch wel goed, dat dit alles eens gezegd wordt en de vinger wordt gelegd op de wondeplek. Nu krijgt deze Raad het verwijt, dat hij de zuinigheid niet betracht, maar dat verwijt gaat langs den Raad heen. Zeer zeker moeten we zuinig wezen, althans daar waar dit mogelijk is. Ik ben daarvan ook een vurig voorstander, echter niet van de verkeerde zuinigheid, die velen willen op het punt van volksgezondheid, onderwijs, volkshuisvesting enz. daarop mag geen verkeerde zuinigheid worden betracht, maar moet royaal worden opge treden. Bezuinigd moet worden, ik herhaal dit, daar waar zulks mogelijk is. In mijn afdeeling heb ik reeds gewezen op enkele zaken zooals het trambedrijf doch hier kom ik dadelijk op terug maar zeer zeker ook op de andere bedrijven en voornamelijk op het aantal werkkrachten. Men moet de bezuiniging niet zoeken in de loonen, integendeel, men moet zijn arbeiders goed bezoldigen, maar er moeten er niet meer zijn dan noodig is. En dat hier en daar nog wel een mannetje kan worden gemist, moge blijken uit het feit, dat bij de Reiniging in de laatste weken een 4 a 5-tal werkkrachten zijn vertrokken, die de directeur niet heeft vervangen, omdat hij ze missen kan. Mogen de andere be drijven ook eens rondzien of bij hen zoo iets niet mogelijk is. Nu zeggen Burgemeester en Wethouders wel in hun ant woord, dat binnenkort voorstellen zijn te verwachten betref fende de door den Raad aanvaarde bezuinigingscommissie,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 848