852
•30 DECEMBER 1920.
Beter ware het, wanneer het College van Burgemeester en
Wethouders vertegenwoordigde eene meerderheid, eene meer
derheid met een welomlijnd program en daarom heb ik met
vreugde begroet, datgene wat ik wel zou willen noemen het
allerbelangrijkste uit het Centraal-Rapport, namelijk de aldus
betitelde „Politieke Beschouwingen der R.K. Raadsfractie".
Nu is de geheimzinnige sluier, die over deze zaak hing
opgeheven. Ons geacht medelid de heer A. Schrauwen
heeft in het Dagblad van Noord-Brabant van gisteravond
geschreven, dat hij de man is, die dat heeft aangedurfd, ik
zeg aangedurfd, M. de Voorzitter! Ik breng hem hulde voor
die moedige daad Toen ik in het Centraal-Rapport dat las,
dacht ik aan de woorden van Julius Caesar, toen hij
den Rubicon overtrok„Alea jacta est". Ja, M. de Voor
zitter, de teerling is geworpen. De heer Schrauwen be
zat den moed het mes te zetten in eigen vleesch en zeg
ik, dat hij de zaak zeer goed heeft ingezien, daar slechts door
samenwerking het belang der gemeente het best wordt gediend.
Men beschuldigt ons wel eens, het partijbelang te stellen
boven het algemeen belang, maar wie de artikelen in het
Dagblad van Noord-Brabant heeft gelezen, naar aanleiding
van hetgeen de heer Schrauwe n ronduit heeft durven
zeggen, zal toch zeker wel niet ontkennen, dat daar op de
meest brute wijze wordt gevraagd het algemeen belang, het
belang der gemeente, op te offeren aan dat der eigen partij.
De heer Schrauwen zegt„Ik spreek slechts voor
mezelf" ik geloof direct, dat de geheele fractie van „Recht
en Orde" nog zoover niet is gekomen, maar dat er hier
één is, de eerste, die de koe bij de horens pakt, stemt tot
verheugenis.
Wat nu betreft het gemis of gebrek aan voldoende intel-
lectueelen in de R. K. fractie, als een lid dier fractie dat
zelf zegt, heb ik geen reden om dat tegen te spreken
maar wèl wil ik zeggen, dat mij zulks evenzeer spijt als hem.
Daar de R. K. fractie in elk geval de sterkste raadsfractie
is, had ik gaarne gezien, dat aan den overkant wat meer