856 30 DECEMBER 1920. werd geroepen„Toog uit", zou ik de heeren van D r. Schaepman willen toeroepen „Die R.K. eraf". Noch tans wordt er in het Dagblad van Noord-Brabant van deze week weer gezinspeeld op den terugkeer der Schaepmannia- nen in de armen der diepbedroefde ouders. Och, M. de Voorzitter, 1923 is nog ver, maar als ik iets zou mogen voorspellen is het ditdat vóór of tegen dien tijd in de Reigerstraat het vette kalf nog weieens zal worden geslacht, wegens den terugkeer der verloren zonen. - Na deze zeer voorname punten, rest mij nog te bespreken enkele zaken behandeld in het Centraal Rapport en in de Memorie van Antwoord van het College van Burgemeester en Wethouders en daarbij kom ik in de allereerste plaats aan de bedrijven. Gas-, water- en electriciteit zijn in eene vorige vergadering voldoende besproken en daarom wil ik alleen een enkel woord wijden aan het trambedrijf, herhalen, wat door mij daarover in de afdeeling is gezegd. Ik heb altijd gevreesd, dat het trambedrijf een strop zou worden voor de gemeente, doch dat het zóó erg zou worden als nu blijkt, had ik niet durven denken. Op dit oogenblik vvensch ik nog niet te beslissen of wij er al dan niet mee op zullen houden, maar ik meen, dat wij op den duur in ernstige overweging zullen moeten nemen wat voor onze gemeente het zwaarste weegthet voordeel aan het tramverkeer verbonden of het financieel nadeel voor de gemeentekas. Naar aanlei ding van het thans zoo dikwerf gebruikte woord bezuiniging, wijs ik er op, dat volgens deze begrooting, waarvan het eindcijfer f 127.000.— bedraagt, f 75.000.bestemd is voor paardentractie of 8/6 van het geheele begrootingsbedrag. Ook zij nogmaals gememoreerd, dat de bekende 3 ct. per K.M. volgens het in deze begrooting uitgetrokken bedrag een verschil beteekent van f 8035.71 of de helft van het ten opzichte van onze gemeente geraamde verlies. Bovendien wil het mij voorkomen dat in dit dwergbedrijf met één controleur zou kunnen worden volstaan. Een zóó zware controle is m.i. niet noodig, daar fraude zeer moeilijk, zoo niet uitgesloten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 856