86o 30 DECEMBER 1920. zal het gemeente-ziekenhuis beter aan zijn doel beant woorden. Ons marktwezen, M. de Voorzitter, is ook reeds het vorig jaar door mij besproken. We mogen het ons niet ontveinzen onze markt kwijnt. Het is haast niet te begrijpen, dat waar Tilburg, den Bosch, Roosendaal, Eindhoven zulke schitterende markten hebben, Breda met zoo'n achterland niet wil. Burge meester en Wethouders zeggen terecht, dat het bestaande rapport eener commissie thans te oud is, daarom zou ik in overweging willen geven, eene nieuwe commissie te benoe men, die het vraagstuk opnieuw onderzoekt en spoedig rapport uitbrengt. Men moet niet vergeten, dat een goed marktwezen, een groot gemeentebelang is. Wat een raadsverslag betreft, ben ik het eens met hen, die van meening zijn, dat dit er moet komen. Bovendien kan ik over het algemeen onderschrijven, datgene wat daar over in het centraal rapport is gezegd. Ook ik deel de meening, dat er een plaatselijk blad is, dat niet juist datgene weergeeft wat hier wordt gezegd, maar ik wil wel zeggen, dat ik hier niet de Bredasche Courant bedoel. Wat betreft de stukken voor de raadsleden en het daarvan kennis nemen door de pers, heb ik met genoegen geconstateerd, dat daarin verbetering is gekomen. Toch is het nog niet wat het zijn moet. Het is een groot gemeentebelang, dat de pers werke lijk goed wordt ingelicht, wijl daardoor de gemeentenaren gaan voelen voor de zaken, die hier worden behandeld. Zij gaan dan belangstelling daarvoor koesteren en dat is niet anders dan ten bate der gemeente. Zeer vermeldenswaardig is datgene wat de bekwame Mr. van Poelje daarover schrijft op blz. 81 en 82 van zijn boek: „Hedendaagsch Gemeenterecht" ,,Wat betreft de openbaarheid van de raadsvergaderingen, ,,ook deze zou vermoedelijk op zich zelf niet zoo heel veel „beteekend hebben, wanneer niet eene omstandigheid die „zeker geheel en al buiten het gebied lag, waarop de wet gever „scheppend" was aan den arbeid geweest, haar in- „vloed en beteekenis had bijgebrachtde reusachtige ont-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 860