jo DECEMBER 1920. 869 niet op het voorstel van den heer Haaiman in te gaan. Hij noemt dit een zeer gevaarlijke politiek en kan daar niet aan meedoen. De heer Hornix heeft gesproken over vermindering van de post „Opbrengst H. O." en de post „Onvoorziene uit gaven" met f 50.000.en de voorgestelde raming een goocheltoer genoemd, maar dan noemt spr. het gecijfer van den heer Hornix op zijn beurt „gegoochel." De post „Opbrengst H. O." is ditmaal juist daarom grooter genomen, omdat men altijd te kort komt. Het vorig jaar was die post op f 450.000.geraamd en thans bedraagt het tekort 1 ton. De heer Hornix heeft blijkbaar gedacht, dat het een eenvoudig kunstje ishet belastbaar inkomen blijft over twee jaar gelijk, dan is de opbrengst hetzelfdedat ging vroeger op, doch nu bij de progressie niet. De heer Hornix moet maar eens met de verordening in de hand de opbrengst van 50 aanslagen van f 1000.en 2 aanslagen van f 25.000. berekenen, dan zal hij wel zien hoeveel verschil dat geeft. Een bedrag van f 50.000.voor onvoorziene uitgaven is niet voldoende. Men kan de door den heer Hornix be doelde posten met f 50.000.verminderen, maar men komt immers toch te kort. Een begrooting moet inhouden cijfers, die zoo na mogelijk geraamd zijn en spr. gelooft daarom, dat het voorstel-H o f n i x absoluut niet het minste practisch nut heeft. Mevrouw NEVE-REINTJES constateert, dat de post „Kosten verpleging in het R. K. Gasthuis" weder met f 5000. is verhoogd. Spr. vraagt of er zooveel armlastige patiënten zijn, die daarvan genieten. De VOORZITTER dankt voor de woorden van hulde, die aan B. en \V. gebracht zijn, inderdaad zijn er moed en ijver voor noodig om de taak voort te zetten. Spr. is het tot op zekere hoogte ook eens met die leden, welke woorden van critiek hebben doen hooren. Ook bij het College heeft het verlangén voorgezeten om meer te doen, doch het werd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 869