872 30 DECEMBER 1920. Door de onlangs plaats gehad hebbende reorganisatie en verlaging der tarieven verwacht men betere resultaten. Het uitvallen der dubbele lijn naar Ginneken geeft een aanmer kelijke besparing van tractie. Het elk kwartier gaan over den Ginnekenweg bracht enorme kosten met zich mee, ter wijl er niet voldoende inkomsten tegenover stonden. Het College wenscht in deze zaak voorloopig in het smallere spoor te blijven en de zaken eens een jaar aan te zien al vorens uit te breiden. Ten slotte rest nog de personeel- kwestie. De heer B o g m a n s heeft het beleid van den afgetreden directeur geprezen, het is echter blijkbaar ironisch bedoeld geweest. Het ontslag van de beide tramconducteurs stond in verband met de inperking van den dienst. Er waren twee conducteurs overcompleet Men heeft toen onpartijdig nagegaan, welke het meest voor ontslag in aanmerking kwamen. En nu is het niet euvel te duiden, dat men daar voor diegenen gekozen heeft, die niet de meest geschikten waren. Toen nu achteraf bleek, dat zij voor één jaar waren aangesteld en dus een onnauwkeurigheid begaan was, is het ontslag opgehouden. De zaak kan misschien in het reine gebracht worden door de conducteurs meer poetsdiensten te doen verrichten, waarvoor men dan losse werkkrachten zou kunnen ontslaan. De heer BOGMANS interrumpeert en zegt gaarne te willen aannemen, dat er op het oogenblik te veel personeel is. Maar dat juist van Lieshout degene is, die ontslagen moest worden, wijt spr. aan het advies van den vorigen directeur. Voor den heer van Wieringhen B o r s k i, als uitgesproken tegenstander der organisatie, was van Lieshout een opruier, omdat hij bestuurslid was. Dat is volgens spr. de ware toedracht. De VOORZITTER herhaalt, dat de wijze waarop de keuze voor ontslag heeft plaats gehad, inderdaad onpartijdig is geweest. De oplossing van deze kwestie heeft de volle aan dacht van het College. In den wensch tot behoud van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 872