3o DECEMBER 1920.
875
De achterstand in de raadsnotulen is langzamerhand in
gehaald. Qm te komen tot een analytisch verslag, dat daags
na de vergadering verschijnt, acht spr. niet mogelijk. De
pers heeft het zelf in de macht het verslag zoo spoedig
mogelijk te doen drukken en verspreiden. Voor het ge
meentebestuur heerscht ten aanzien van het verslag een
andere soort verantwoordelijkheid, de couranten hebben die
aansprakelijkheid niet en daarom is het moeilijk te ver
wachten, dat b.v. overmorgen een door onze verantwoorde
lijkheid gedekt analytisch verslag zou kunnen verschijnen
van hetgeen heden wordt besproken. Degenen, welke dien
eisch stellen, mogen zulks weieens goed overwegen. Spr.
kan er moeilijk instemming mede betuigen.
De vraag van mevrouw N e v e-R e i n t j e s betreffende de
post „Gasthuis", beantwoordt spr. door te verklaren, dat deze
post niet zoo zeer verhoogd is door de meerdere armlastige
patiënten, doch wegens de hoogere verpleegkosten.
Spr. meent thans naar beste weten de diverse opmerkin
gen beantwoord te hebben.
De heer F. SCHRAUAVEN komt op tegen de bewering,
dat door niemand van degenen, die aan het georganiseerd
overleg hebben deelgenomen, een poging om daarin wijziging
te brengen zou zijn gedaan. Spr. is daar steeds voor opge
komen en heeft wel een anderen weg aangewezen. In de
commissievergadering was hem daaromtrent een toezegging
gedaan, doch dit is later door den V 0 o r z i t te r afgewezen,
De heer HORNIX moet tegen het argument, dat zijn
voorstel geen practisch nut zou hebben, opkomen het heeft
dat wel degelijk. De Raad heeft toch ook het recht het ver-
menigvuldigingscijfer vast te stellen, terwijl ook de wijziging
van de suppletoire kohieren door den Raad moet goedgekeurd
worden. Nu weet spr. wel, dat in de practijk alleen de Wet
houder van Financiën met den Ontvanger of den Controleur
der belastingen een en ander ter vaststelling in zijn macht
heeft, maar spr's. bedoeling is met zijn voorstel juist te laten